Financieringsbehoefte
De financieringsbehoefte wordt bepaald door financieringen ten behoeve van (netto) investeringen in bijvoorbeeld materieel, aankopen van gronden en gebouwen, het verstrekken van geldleningen en het uitvoeren van projecten, waaronder bouwgronden in exploitatie. Daar tegenover staan financieringsbronnen bestaande uit eigen vermogen, voorzieningen, kort-en langlopende geldleningen en het geïnduceerd vermogen.
De opbouw van de financieringsbehoefte, aanwezige financieringsbronnen en voorgestelde financiering van het financieringstekort tot en met ultimo 2023 vindt u hier. Uit dit overzicht blijkt dat het grootste deel van het financieringstekort ultimo 2023 van bijna € 82 miljoen kan worden opgevangen middels een geschat bedrag van € 65 miljoen aan geïnduceerd vermogen (crediteuren + overlopende passiva - overlopende activa) en bijna € 17 miljoen door het opnemen van kortlopende leningen.
Omdat de ervaring leert dat een bepaalde omvang van investeringen doorgaans trager verloopt dan op begrotingsbasis wordt voorzien is ervoor gekozen om in deze opbouw alleen rekening te houden met bestedingsrechten en nog geen rekening te houden met bestedingsvoornemens.
Verloop opgenomen langlopende geldleningen (excl. bijstandsleningen)
De actuele verwachting, conform de hierboven op begrotingsbasis verwachte weergegeven financieringsbehoefte, is dat we tot ultimo 2023 geen nieuwe langlopende leningen behoeven aan te trekken en derhalve per 31 december 2023 op een langlopende schuld gaan uitkomen van € 240,6 miljoen.
Een gedetailleerd overzicht van de opgenomen langlopende geldleningen vindt u hier.
Het verloop van de opgenomen langlopende geldleningen tot en met ultimo 2023 verwachten wij derhalve als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Gemiddeld rentepercentage |
---|---|---|
Stand per 31 december 2021 conform jaarrekening | 290.908.699 | 1,81% |
Bij: (vermoedelijk) aan te trekken in 2023 | 0 | n.v.t. |
Af: reguliere aflossingen in 2023 | 28.809.174 | 0,33% |
Renteaanpassing conform oude percentage | 0 | n.v.t. |
Renteaanpassing conform geschat nieuw percentage | 0 | n.v.t. |
Vermoedelijke stand per 31 december 2023 | 240.605.961 | 2,12% |
Verloop verstrekte langlopende geldleningen (excl. bijstandsleningen)
Per 31 december 2023 is de verwachting voor ruim € 12,5 miljoen aan langlopende leningen te hebben verstrekt. In de afname van ruim € 6,3 miljoen ten opzichte van stand per ultimo 2021 zit ook de aflossing van ruim € 3,7 miljoen inzake de verstrekte lening aan Veiligheidsregio IJsselland. Ultimo 2022 wordt deze aflossing verrekend met de terugkoop door Zwolle van de brandweerkazerne aan de Middelweg.
Een gedetailleerd overzicht van de verstrekte geldleningen vindt u hier.
Momenteel is niet de verwachting in 2023 nieuwe leningen te verstrekken. Het verloop van de verstrekte langlopende geldleningen in 2023 verwachten wij derhalve als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Gemiddeld rentepercentage |
---|---|---|
Stand per 31 december 2021 conform jaarrekening | 18.846.855 | 4,53% |
Bij: (vermoedelijk) te verstrekken in 2023 | 0 | n.v.t. |
Af: reguliere aflossingen in 2023 | 1.168.896 | 3,69% |
Renteaanpassing conform oude percentage | 0 | n.v.t. |
Renteaanpassing conform geschat nieuw percentage | 0 | n.v.t. |
Vermoedelijke stand per 31 december 2023 | 12.513.440 | 5,04% |
Schatkistbankieren
Schatkistbankieren is bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat ook gemeenten (tijdelijke) overtollige gelden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën moeten onderbrengen. Een bepaalde hoeveelheid geld mag de gemeente op haar eigen bankrekeningen aanhouden. Dit drempelbedrag wordt bepaald op basis van het begrotingstotaal van een gemeente in het verslagjaar.
Uit onderstaande tabel blijkt dat het drempelbedrag voor 2023 ruim € 10,3 miljoen zal bedragen. Naar verwachting zal ook in (een deel van) 2023 sprake zijn van (tijdelijk) overtollige middelen, die dus in ieder geval boven het drempelbedrag in de schatkist geplaatst dienen te worden. Overigens kunnen decentrale overheden wel als alternatief voor het aanhouden van overtollige middelen in de schatkist ervoor kiezen deze middelen in te zetten om schulden af te lossen of om aan elkaar leningen te verstrekken.
Berekening drempelbedrag | ||
---|---|---|
Begrotingstotaal aan lasten | 665.861.831 | |
500.000.000 * 2,00% | 10.000.000 | |
165.861.831 * 0,20% | 331.723 | |
Drempelbedrag Schatkistbankieren voor 2023 | 10.331.723 |