Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderwijsgebouwen

Beleidskader

De gemeente heeft de zorgplicht (wettelijke taak) om te voorzien in voldoende huisvestingscapaciteit voor de scholen van het primair - en voortgezet onderwijs. Hieronder vallen ook de gymzalen voor het bewegingsonderwijs. De schoolbesturen zijn daarnaast verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van de schoolgebouw. Gezamenlijk zijn de gemeente en de schoolbesturen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de huisvesting. Samen trekken we daarop in de doorontwikkeling van het Integraal Huisvestingsplan (IHP)  waar afspraken worden gemaakt over uitbreiding, vervangende nieuwbouw of renovatie van schoolgebouwen.

Uitvoering

Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen van het primair- en voortgezet onderwijs volledig verantwoordelijk voor het beheer, exploitatie en onderhoud van de schoolgebouwen.  Zij ontvangen daarvoor rechtstreeks middelen van de rijksoverheid via de materiële instandhouding (lumpsum).  Het groot onderhoud van de gymzalen voor het primair onderwijs is hierop een uitzondering.

Relevante ontwikkelingen

Vanuit het lopende IHP (2020) zullen er ook in 2023 investeringskredieten worden aangevraagd. Voor de periode na 2023 zal er in 2023 een geactualiseerd IHP worden aangeboden aan de gemeenteraad ter besluitvorming.

Risico's

Geen.

Financiën

De bedragen die gemoeid zijn met het groot onderhoud van de gymzalen voor het primair onderwijs zijn gebaseerd op een MeerJaren OnderhoudsPlan (MJOP).  
Dit MJOP wordt voor alle gymzalen opgesteld door de gemeentelijke afdeling Beheer, Erfgoed en Gebouwen. Het onderhoud aan de gymzalen is voor 2023 op basis van de MJOP geprognosticeerd op € 8.091 + dekking van de bijbehorende kapitaallast. Voor deze kosten zijn reeds structurele middelen beschikbaar.  

Overige Gebouwen

Beleidskader:

Het onderhoud van de verhuurde gebouwen van Vastgoed vindt plaats op basis van 10-jarige onderhoudsplanningen. Jaarlijks wordt naast het dagelijks onderhoud, het planbare onderhoud behorende bij een jaarschijf, opgedragen aan de afdeling Beheer Erfgoed en Gebouwen, welke de uit te voeren werkzaamheden uitbesteed.

Uitvoering

Het actueel houden van de onderhoudsplanningen is een continu proces. Nieuwe onderhoudsplanningen voor de komende 10 jaar geven een doorkijk naar de benodigde onderhoudsbudgetten. De staat van onderhoud van de verhuurde gebouwen kan worden getypeerd als redelijk tot goed. Door de grote diversiteit van de gebouwen, zowel in omvang als naar bouwaard en de toegepaste bouwmaterialen, zijn er echter verschillen waar te nemen. Alle gebouwen zijn verzekerd door middel van een Uitgebreide Gevaren Verzekering.

Risico's:

Het jaarlijks beschikbare budget voor zowel het dagelijks-, en meerjarig onderhoud staat al enige jaren onder druk. Hiertoe heeft er in het verleden reeds een eenmalige aanvulling plaatsgevonden. De reserves D06 “Onderhoud wijk- en buurtcentra”, D08 “Onderhoud verhuurde panden'' en D09 “Onderhoud gemeentelijke huisvestingspanden” zijn op dit moment voldoende gevuld voor gedegen onderhoud tot en met 2023. Uit het geactualiseerde langjarig gemiddelde blijkt voor de periode na 2023 een structureel tekort zal ontstaan. Dit risico kan worden beperkt door een systeemwijziging in de bekostiging van het meerjarig onderhoud. Het proces hiertoe wordt inmiddels doorlopen, waarbij een implementatie in 2023 wordt voorzien.

Financiën

Op basis van het planning van het meerjarig onderhoud wordt er een langdurige prognose van de ontwikkeling van de onderhoudskosten gemaakt. Deze langjarige prognose vormt de basis van een in de begroting vast te stellen onderhoudsbudget. Voor het gemeentelijk deel is voor 2023 een bedrag van €3.909.455 begroot.

Buitensportaccommodaties; Groen

Beleidskader

Het cultuurtechnisch onderhoud op de buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van jaarplannen. De uitvoering van deze plannen wordt gedekt door structureel geld. Op basis van analyse van voorgaand jaar wordt het nieuwe jaarplan gemaakt (waarbij kleine accentverschuivingen mogelijk zijn).

Uitvoering

De gemeente beschikt over ongeveer 30 natuurgras sportvelden. Ieder jaar wordt in ieder geval één natuurgras sportveld gerenoveerd middels een uitgebreide onderhoudsbeurt, die verder gaat dan het reguliere onderhoud aan het veld zoals dat door de ROVA wordt uitgevoerd. In samenspraak met de ROVA wordt begin van het betreffende jaar bepaald welk veld een uitgebreide onderhoudsbeurt moet krijgen.
Vanaf 2006 heeft de gemeente Zwolle op (bijna) alle Zwolse buitensportaccommodaties kunstgrasvelden aangelegd om de kwaliteit en de capaciteit van de sportparken te vergroten. Gezien de vervang cyclus van ongeveer twaalf jaar zijn de eerste vervangingen in 2017 gerealiseerd. In samenspraak met de ROVA en de afdeling beheer wordt begin van het betreffende jaar bepaald welk veld moet worden gerenoveerd

Relevante ontwikkelingen

Bij de vervanging van de toplagen van de kunstgrasvelden moet jaarlijks rekening gehouden worden met het aanbestedingsbeleid van de gemeente Zwolle, zodat pas na de aanbesteding kan worden vastgesteld of de vervanging binnen de gestelde financiële mogelijkheden kan plaatsvinden. De vervangingen tot en met 2020 zijn uitgevoerd binnen de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. De budgetten 2021 en 2022 waren beschikbaar gesteld voor de vervanging van de toplagen van vier velden, maar bleken slechts toereikend voor drie velden. Bij de Begroting 2023 is extra krediet aangevraagd voor de vervangingen in 2023 en verder.

Risico's

De uitvoering van de cultuurtechnische werkzaamheden brengt geen risico’s met zich mee.

Financiën

Voor 2023 is voor de reguliere cultuurtechnische werkzaamheden een bedrag van € 1.078.334 excl. BTW begroot (de kostenverhogende BTW wordt gecompenseerd vanuit de SPUK), dit is het budget voor 2022 verhoogd met de jaarlijkse inflatiecorrectie.
Voor het renoveren van een natuurgrasveld zijn structureel middelen beschikbaar op de sportbegroting, voor 2023 is hiervoor een bedrag van € 42.359 excl. BTW begroot (de kostenverhogende BTW wordt gecompenseerd vanuit de SPUK).
Voor vervanging van de toplagen van de kunstgrasvelden zijn vanaf 2017 structureel middelen gereserveerd op de gemeentelijke begroting waardoor het mogelijk is vanaf dat moment minimaal twee toplagen van de kunstgrasvelden per jaar te vervangen.

De verantwoording van de kosten valt binnen het programma Samenleving, doel 1.2.3 Vitaliteit Sportverenigingen & Sportaccommodaties.

Buitensportaccommodaties; Gebouwen

Beleidskader

Voor het groot onderhoud aan de kleedkamers en het Openluchtbad (gemeente is eigenaar en verhuurder van het bad) is een meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Elk jaar worden de in het MOP opgenomen werkzaamheden beoordeeld en in het geval van noodzakelijkheid in overleg en samenwerking met de verenigingen uitgevoerd.

Uitvoering

De gemeente is op onderdelen verantwoordelijk voor dagelijks onderhoud aan bijvoorbeeld (veld)verlichting, beregeningsinstallaties c.a. Hiervoor is een structureel budget gereserveerd op de gemeentelijke begroting, uitvoering van werkzaamheden gebeurt op basis van (storings)meldingen.
Verenigingen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren en financieren van klein dagelijks onderhoud aan kleedkamers.
Jaarlijkse schouwen worden uitgevoerd om te controleren of de verengingen de verplichtingen op een goede wijze uitvoeren.

Relevante ontwikkelingen

Voor wat betreft het uitvoeren van de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden valt op te merken dat de reserve op basis van het meest recente MOP voor de komende jaren voldoende gevuld is.
Voor het dagelijks onderhoud zijn voldoende structurele middelen beschikbaar op de sportbegroting.

Risico's

Er zijn geen risico's als de bij de begroting 2023 ingediende budgetaanvragen worden gehonoreerd.

Financiën

Voor de uitvoering van de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden fluctueert het te besteden bedrag van jaar tot jaar. In de reserve D07 onderhoud sportaccommodaties  zijn de financiële gevolgen meerjarig vertaald.
Voor het gemeentelijk deel is op de sportbegroting 2023 een bedrag van € 301.710 begroot.

De verantwoording van de kosten valt binnen het programma Samenleving, doel 1.2.3 Vitaliteit Sportverenigingen & Sportaccommodaties.

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2022 17:03:27 met de export van 10/31/2022 14:31:50